Fictie vol emotie
Ik kan natuurlijk een blog schrijven met allerhande tips hoe je teksten het beste presenteert. Maar daar staat het internet al vol mee.
Liever laat ik jullie meelezen in mijn hobby: verhalen schrijven. Fictie vol emotie.
Kort verhaal – Niemand krijgt wat hij verdient
Niemand krijgt wat hij verdient. Dat wist ik. Ik dacht dat ik genoeg ellende had meegemaakt voor een heel leven. Mijn vader overleed op mijn negende en ik ging met mijn broers bij opa en oma wonen, zodat mijn moeder fulltime kon werken. Opa en oma waren van de oude stempel: streng. Het maakte niet uit hoe je je voelde, je moest je gedragen. Oma was altijd aan het schoonmaken of aan het koken. Opa dronk zijn drankje met de buren in het café op de hoek. We vermaakten ons wel, mijn broers en ik. Maar o, zo vaak werden
Kort verhaal – Heldin. Moeder, oma, vrouw
Ik had besloten niet meer te hopen op leven. Ik wachtte op de dood. Hopen op leven was te zwaar. Ik keek ernaar uit om thuis te komen bij God. Wat nu sneller zou gebeuren dan ik gedacht had. Ik keek om me heen en zag wat ik al dagen zag: vrouwen van alle leeftijden, kinderen, baby’s. Sommigen staarden lusteloos voor zich uit. Anderen huilden. De meesten zaten dicht tegen elkaar onder zoveel mogelijk dekens. Het was koud, mijn neus kon zich niet meer herinneren warm te zijn geweest.
Tussen de vrouwen zat een enkele oude man, die niet meer
Kort verhaal – Geen keuze
Hij had nooit aan deze reis moeten beginnen. Vanaf het begin was het gedoemd geweest te mislukken. Andriy staarde naar de akte in zijn hand. In kille woorden stond het zwart op wit: zijn vrouw was al een jaar dood. Het was een realiteit die hem telkens weer inhaalde. Zoals nu.
Wat bezielde hem om in de auto te springen en naar de grens te rijden? Hij had Tanya bij zijn moeder moeten brengen. Dan hadden zij samen een veilige plek kunnen zoeken om deze bizarre oorlog uit te zitten. Of nog beter: hij had zijn moeder mee moeten nemen
Kort verhaal – De bruiloft
‘Hé Tim, volgens mij is er nog plek in die rode Fiat 500 daar.’ Paul wees naar het rode autootje dat langzaam aansloot in de rij om de parkeerplaats af te rijden. Het was een chaos van mensen en auto’s, die allemaal probeerden van de kerk naar de feestlocatie te rijden. Omdat hij zelf elke dag met de trein naar zijn werk reisde, had hij zelf geen auto. Gelukkig had hij met Paul mee naar de kerk kunnen rijden, omdat zijn vrouw en kinderen al eerder waren gegaan met wat andere dames mee, om de kerk klaar te maken voor